Als er één zanger vereenzelvigd mag worden met het Afrikaanse land Angola, dan is het Bonga wel. Toch woonde de zanger een groot deel van zijn leven niet in zijn geboorteland. Op 23-jarige leeftijd vertrok hij naar Portugal om zich daar te richten op zijn sportcarrière. Nog altijd is hij Angolees recordhouder op de 400 meter hardlopen. Daarnaast zong hij, maar de kritische teksten op zijn debuutalbum zorgden ervoor dat Bonga het Portugal van dictator Salazar moest verlaten. Gedurende een aantal jaar woonde hij in Rotterdam. Na de val van Salazar en de onafhankelijkheid van Angola woonde de zanger afwisselend in Lissabon, Luanda en Parijs. Zijn unieke stijl mengt lokale Angolese stijlen als de kizomba en semba met invloeden uit West-Afrika, Brazilië en Portugal.
Het was Lura's kinderdroom om later danseres te worden, een droom die ze waarmaakte. Nooit had ze gedacht ook als zangeres internationaal beroemd te worden. In het jaar dat Kaapverdië onafhankelijk werd - 1975 - zag Lura het levenslicht in Lissabon. Haar vader kwam van Santiago, haar moeder van São Antão en Lura groeide op in de grote Kaapverdiaanse gemeenschap in Lissabon. Al sinds haar tienerjaren nam ze deel aan verschillende zanggroepen en duetten. Toen de uit São Tomé afkomstige zouk-zanger Juka haar uitnodigde een duet met hem te zingen, was ze eigenlijk erg verbaasd. Ze had zich altijd voor haar stem geschaamd, maar nu bleken veel luisteraars weg te zijn van haar sensuele, donkergetinte stem. Optredens volgden met onder anderen Bonga (uit Angola), Tito Paris en Paulinho Vieira. Het nummer Nha Vida van haar gelijknamige debuutalbum (1996) werd een grote hit. Na het album In Love (2002), een mix van r&b en zouk, verraste Lura iedereen met het veel meer in de Kaapverdiaanse traditie gewortelde album Di Korpu Ku Alma (2004). In de onder meer door Orlando Pantera gecomponeerde liederen kwam Lura's krachtige volle stem mooi tot zijn recht. (SvdP)
De groep Ferro Gaita begon in 1996 als trio, bestaande uit accordeonist en zanger Iduino, ferrobespeler en zanger Bino en basgitarist Paulinho. De betekenis van de naam Ferro Gaita is heel simpel: ferro is een stuk metaal dat door een mes bespeeld wordt en gaita is een accordeon. Beide instrumenten zijn kenmerkend voor het genre funaná. Het leek of de funaná op sterven na dood was na de opheffing van de band Finaçon, maar de groep Ferro Gaita wist er op sensationele wijze nieuw leven in te blazen. Door de toevoeging van moderne instrumenten als drums en basgitaar sprak Ferro Gaita's funaná een groter, jonger publiek aan. In het begin trad Ferro Gaita op in lokale bars, op straat en op festivals. Het debuutalbum Fundu Baxu (1997) werd de bestverkochte cd van dat jaar in Kaapverdië. In het volgende album Rei De Tabanka (1999) speelde de groep behalve funaná ook batuque, finaçon en tabanka. In 2004 werd Rei Di Funaná uitgebracht. (SvdP)
Zanger, gitarist en liedschrijver Teofilo Chantre werd in 1964 geboren op het eiland São Nicolau. Dertien jaar later emigreerde zijn familie naar Frankrijk. Daar leerde hij zichzelf gitaarspelen en componeren. Vanaf zeventienjarige leeftijd verdiepte hij zich in zijn Afrikaans-Portugese wortels en begon hij op lokale festivals op te treden. Chantres bekendheid groeide nadat producer José da Silva drie liederen van hem selecteerde voor Cesaria Evora's beroemde album Miss Perfumado. In de jaren daarop bracht Chantre een aantal eigen veelgeprezen albums uit: Terra & Cretcheu (1996), Di Alma (1998), Rodatempo (2001) en Azulando (2004). Chantre vernieuwt de traditionele genres: zijn bitterzoete morna's en zijn levendige en satirische coladeira's klinken naast nostalgische walsen en mazurka's. Naar believen vermengt hij de Kaapverdiaanse genres met Franse, Braziliaanse en jazzinvloeden. (SvdP)