Er bestaan maar weinig muzikanten in de moderne popmuziek die werkelijk ‘geniaal’ kunnen worden genoemd, maar in het geval van Ray Charles is deze typering terecht. Zijn oorspronkelijke manier van zingen, met invloeden uit zowel gospel als popmuziek, heeft nadien talloze grote zangers geïnspireerd. In zijn lange, productieve carrière als platenartiest, die begon in 1949, was Charles misschien wel de beste vertolker van popmuziek van na de oorlog. Als begaafd pianist, songwriter en vocalist werd hij een meester in iedere stijl die hij aanpakte, zoals rhythm-and-blues, country, blues en soul. De man die onuitwisbare rhythm-and-bluesklassiekers schreef als I Got A Woman en What’d I Say overleed in 2004 als een meervoudig legende. Datzelfde jaar zorgde een opvallende acteerprestatie van Jamie Foxx, in de biografische film Ray, voor een waardig cineastisch eerbetoon.
Antoine ‘Fats’ Domino werd in 1928 geboren in New Orleans en het geluid van die stad klinkt door in het werk van de zanger/pianist. Domino was een van de pioniers van de rock-'n-roll, maar zijn muzikale palet was veel breder dan rock-'n-roll alleen. Vooral in de jaren vijftig en zestig was hij populair en scoorde hij hits met Blueberry Hill (1957), My Girl Josephine (1960), Jambalaya (1962) en There Goes My Heart Again (1963). Wanneer de orkaan Katrina in 2005 over zijn woonplaats raast, is de zanger een aantal dagen vermist. Fats overleeft de ramp, maar verliest wel de helft van zijn 23 gouden platen.