Het Duitstalige lied bloeit op in de jaren twintig en dertig. Het is de tijd van de onstuimige Weimar Republiek. Marlene Dietrich is dan de grote ster. Na de oorlog wordt er ook in Duitsland een duidelijk onderscheid gemaakt tussen het luister- en het feestlied. De eerste categorie is het terrein van de serieuze ‘Liedermacher’, songschrijvers die vooral in de jaren zeventig soms behoorlijk maatschappijkritisch konden zijn. Dat is een groot verschil met de a-politieke schlagerzangers, die maar een doel hebben: een feestje bouwen. Het woord ‘schlager’ is het Duitse woord voor hit: een nummer dat ‘inslaat als een bom’. Schlagers zijn ook populair onder Nederlanders. Artiesten als Frans Bauer en Jan Smit nemen hun hits ook op in het Duits terwijl de geboren Duitser Dennie Christian in ons land scoort met hits in beide talen.
meer