Wagner mag dan wel beroemd zijn geworden met zijn zogenaamde ‘Tristan-akkoord’, Francesco Landini heeft het voor elkaar gekregen dat zijn eigen achternaam een naam voor een enkele cadens (de wending naar het slotakkoord van een stuk) werd: de ‘Landini-cadens’. Als je een willekeurig stuk van Landini tot het einde toe beluistert weet je meteen hoe zo’n cadens klinkt. De naam van deze cadens is handige reclame voor Landini zelf, en dat is maar goed ook: voor de liefhebber is zijn muziek zeer de moeite waard. Ergens tussen 1320 en 1340 geboren, werd Landini in zijn jeugd blind, maar dat weerhield hem niet van een actief muziekleven in Noord-Italië. Hij componeerde ruim 150 werken, vaak op zelf geschreven teksten, zong en speelde orgel, en was ook instrumentenbouwer en –stemmer. Landini’s composities zijn bijna allemaal wereldlijke liederen in diverse genres, soorten en stijlen, van eenvoudige dansliedjes tot kunstig gestructureerde werken. (TC)
Over leven en werk van Johannes Ciconia bestond al reeds lang een diepgaande studie van de Belgische musicologe Suzanne Clercx. In haar 'Johannes Ciconia, un musicien liègeois et son temps' werden echter meer vragen opgeroepen dan beantwoord. Vooral het plaatsen van Ciconia's oeuvre te midden van dat van zijn tijdgenoten was problematisch, terwijl van verschillende werken het raadselachtig bleef voor welke gelegenheid ze waren gecomponeerd. Inmiddels heeft recent onderzoek uitgewezen dat de tot nu toe aangehouden geboortedatum van Ciconia niet ca. 1335 maar ca.1370 moest zijn en dat tevens de Johannes Ciconia die in enkele Italiaanse archieven wordt genoemd een clericus was, waarvan de componist Ciconia de - onwettige - zoon was. Ciconia jr. werd geboren in Luik, waar hij waarschijnlijk een groot deel van zijn opleiding kreeg en ging kort voor het einde van de 14de eeuw naar Italië, waar hij uiteindelijk werkzaam zou zijn aan de kathedraal van Padua tot aan zijn dood in 1412. (JvG)