Igor Stravinski is de Picasso van de klassieke muziek: zoals de Spaanse kubist de wetten van perspectief en anatomie op zijn kop zette, zo plakte en knipte de kleine Rus zijn muziek aan elkaar alsof het een filmmontage betrof. Als een muzikale ekster jatte hij muzikale stijlen uit heden en verleden (De Machaut, Bach, Pergolesi, Tsjaikovsky, Webern, Russisch orthodoxe kerkmuziek, ragtime, tango). Met groot gevoel voor understatement werden deze stijlen zodanig gedemonteerd en geherstructureerd dat ze onmiskenbaar als Stravinski klonken. Stravinski brak in Parijs door met de balletten L'Oiseau de Feu, Pétrouchka en Le Sacre du Printemps. De première van het laatst genoemde ballet (1913) behoort tot de meest gedenkwaardige schandalen uit de muziekgeschiedenis. Met de rituele kracht van Les Noces (1914-1923) en de sardonische ironie van Histoire du Soldat (1918) ontwikkelde Stravinski een moderne, antiromantische stijl, die van grote invloed is geweest op Nederlandse componisten als Louis Andriessen, Otto Ketting, Klaas de Vries en Daan Manneke. (HJ)
(bron: wikipedia)Peter Warlock, pseudoniem van Philip Arnold Heseltine (Londen, 10 oktober 1894 – aldaar, 17 december 1930) was een Engels musicoloog en componist.
Hoewel Philip Heseltine in Londen werd geboren, bracht hij een groot deel van zijn jeugd door in Wales. Nadat hij op jonge leeftijd zijn vader verloor, hertrouwde zijn moeder met een Welshman, Walter Buckley jones. Het gezin vestigde zich in Abermule, bij Newtown, Montgomeryshire.
Hij kreeg een gegoede Britse opvoeding, met studies aan Eton College, Christ Church, Oxford... meer
Benjamin Britten geldt als de belangrijkst Britse componist uit de tweede helft van de vorige eeuw. Opmerkelijk genoeg legde hij zich toe op de opera, een genre dat, in zijn actuele vorm althans, op sterven na dood was halverwege de vorige eeuw. Brittens bijdragen echter – o.a. Peter Grimes, The Rape of Lucretia, Gloriana, The Turn of The Screw, Death in Venice – wisten repertoire te houden tot op de dag van vandaag. In veel deze producties was een hoofdrol weggelegd voor Brittens artistieke partner en levensgezel Peter Pears. Voor deze tenor schreef Britten tevens prachtige liederen, waaronder de Serenade voor tenor, hoorn en strijkorkest. Ook op andere terreinen is het niveau van Brittens muziek hoog. Hij was nog geen twintig jaar oud toen hij de briljante Phantasy voor hobokwartet schreef. Vriendschap met de legendarische cellist Rostropovich leidde in de jaren ’60 tot een Cellosonate, drie Suites voor cello solo en een Symfonie voor cello en orkest. Master of the Queen's Music is Britten nooit geworden, hoewel hij beslist voeling had met publieke sentimenten. Zo onderwees deze pacifist zijn volk in de wereldvrede middels het War Requiem uit 1962. Britten was een uitstekend interpreet van eigen werk, net als Bartók en Stravinski. Veel van zijn opnamen zijn wel geëvenaard, maar nooit echt overtroffen. (HJ)
Voor de een was hij een collaborateur, voor de ander het artistieke geweten tijdens de stalinistische terreur: ondanks zijn traditionele en makkelijk in het gehoor liggende stijl weten we nog steeds niet wie hij eigenlijk was. In 1936 kwam Sjostakovitsj in conflict met Stalin zelve vanwege de al te gewaagde opera Lady Macbeth van Mtsensk. Noodgedwongen besloot de componist zich te conformeren aan het regime: zijn Vijfde Symfonie van het jaar daarop droeg als ondertitel: 'De reactie van een Sovjetartiest op gerechtvaardige kritiek'. Om de arbeider cultureel te verheffen ontwikkelde Sjostakovitsj een eenvoudige stijl; tegelijkertijd wist hij met dit toegankelijke materiaal enorm geladen spanningsbogen te creëren. Ogenschijnlijk voegde de componist zich dus naar de wensen van de macht, maar tegelijkertijd is er maar weinig muziek die het lijden van het Russische volk op zo'n indringende wijze heeft weten te peilen. (HJ)
Malcolm Arnold componeerde talloze symfonieën, balletten en concerten, maar werd met name beroemd dankzij de fluitende krijgsgevangenen van The Bridge on the River Kwai. Arnolds arrangement ging terug op een patriottistische mars uit WO I. Het Britse bioscooppubliek associeerde het deuntje echter vooral met het scabreuze 'Hitler has only got one ball'. Vulgair of niet: de componist hield er in 1958 een Oscar aan over.