Het lijkt de laatste jaren steeds populairder te worden om gebeurtenissen uit de recente, soms zelfs zeer recente geschiedenis te gebruiken als gegeven voor een opera. Opera's als "Nixon in China" en "The death of Klinghofer" van de Amerikaanse componist John Adams zijn hier goede voorbeelden van. Ook de hier besproken opera's hebben gebeurtenissen uit de recente geschiedenis tot onderwerp: "Harvey
… Milk" van Stewart Wallace belicht het leven van de gelijknamige Amerikaan die, terwijl hij openlijk uitkwam voor zijn homosexualiteit, erin slaagde een in een overheidsfunctie te worden gekozen, terwijl Gerhard Rosenfelds "Kniefall in Warschau" leven en werken van de Duitse politicus Willy Brandt onder de loep neemt. De tekst van "Harvey Milk" werd samengesteld door Michael Korie, die daarvoor uitgebreid veldonderzoek verrichte onder oude vrienden en bekenden van Milk. De opera valt in drie actes uiteen. In de eerste wordt Milk gepresenteerd als een succesvol effectenmakelaar op Wall Street, die besluit niet langer van zijn homosexualiteit een geheim te maken, nadat hij de hippie Scott Smith ontmoet, die zijn vaste partner zal worden. In de tweede worden Milks activiteiten in de overwegend door homo's bevolkte wijk Castro in San Francisco belicht. Nadat Milk aan het eind van de tweede acte als wijkburgemeester is verkozen, zien we hem in de derde akte als politicus aan het werk. Uiteindelijk wordt hij vermoord door een ex-brandweerman, Dan White, die ook de burgemeester van de stad zal vermoorden. (Dat homo-haat Whites motief tot de moord was, zoals in het boekje gesuggereerd wordt, komt in het verhaal niet erg duidelijk naar voren. Waarom vermoordt White anders ook de burgemeester, die geen homo is?) In ieder geval vatten Milks aanhangers het zo op, en de opera eindigt met een stille mars bij kaarslicht ter herinnering aan Milk. Componist Stewart Wallace (*1960), die nog mee heeft gedaan aan voornoemde mars, schiep een zeer gevarieerde partituur, waarin een typisch Amerikaanse mengeling van klassieke, pop, jazz en Broadway-invloeden voor een tamelijk effectrijk en in ieder geval afwisselend geheel zorgt. Het idee voor "Harvey Milk" was afkomstig van een in Europa werkzame Amerikaanse opera-regisseur, John Dew, die ook de inspiratie was achter "Kniefall in Warchau" van Gerhard Rosenfeld (*1931). Willy Brandt wordt in dit stuk verdeeld over drie personages: Brandt zelf en een jonge en een oude Brandt, die steeds elkaar becommentariëren. In negen tableaux wordt Brandts leven belicht, waarbij natuurlijk ruim aandacht wordt besteed aan zijn destijds in West-Duitsland zeer omstreden 'Ostpolitik'. (Pikant detail is dat Gerhard Rosenfeld al eerder muziek ter ere van Brandt schreef, in 1973, toen hij, zoals hij tot de 'Wende zou blijven doen, tot het muzikale establishment van de DDR behoorde.) Rosenfelds stijl is niet met die van Wallace te vergelijken: "Kniefall in Warschau" is in een soort milde post-expressionistische stijl geschreven. Beide werken brengen in hun verhaal in ieder geval een dosis 'politieke correctheid' die niet iedereen even makkelijk zal kunnen verteren. Toch zijn beide opera's op zijn minst interessante tijdsdocumenten, zo te horen heel behoorlijk uitgevoerd door de casts van respectievelijk de San Francisco Opera en het Theater Dortmund. (JvG)meer