Het ontsluiten van het muzikale erfgoed uit de voormalige Europese kolonieën behoort tot de meest interessante projecten die aan het eind van de twintigste eeuw in gang zijn gezet. Een cd als deze, met muziek uit achttiende-eeuws Brazilië, is dan ook in aanleg een boeiende bijdrage. Het ensemble XVIII-21 Musique des Lumières voert hier onder leiding van Jean-Christophe Frisch werken uit van Luis
… Alvares Pinto (ca.1719-1789), Joao Rodrigues Esteves (ca.1700-ca.1755), Inacio Parreiras Neves (ca.1730-ca.1794), Manuel Dias de Oliveira (ca.1734-1813) en Carlos Seixas. Met uitzondering van Esteves en Seixas werden al deze componisten geboren in Brazilië. Pinto werd echter opgeleid in Portugal, waar hij enige tijd ook als cellist in de koninklijke kapel werkte. Uit minder gefortuneerde milieus kwamen Neves, een zwarte slaaf, die later in zijn leven tot vrij man werd verklaard, en Oliveira, een mulat (halfbloed) en soldaat. In het boekje wordt omstandig uitgelegd dat zwarten en slaven tot geen enkele opleiding werden toegelaten en dat het dientengevolge begrijpelijk is dat wat ons van hun muziek rest doorgaans kwalitatief nogal pover is. Men heeft daarom voor de meest Europees getinte stukken gekozen. Op zich is dat een verdedigbare keuze, maar daarmee wordt de belofte van de titel van deze cd wel geweld aangedaan. Wie hier hoopt een vermenging van Europese, Latijns-Amerikaanse en Afrikaanse invloeden te vinden komt bedrogen uit, laat staan dat er iets klinkt wat aan een 'negro spiritual' doet denken. Voor de hier uitgevoerde stukken moest nogal wat reconstructiewerk verricht worden en dat is tamelijk overtuigend gebeurd. Ook de uitvoeringen zijn niet slecht, maar deze cd maakt zijn avontuurlijk overkomende titel allerminst waar. (JvG)_meer