‘...er bestaat een ander universum, verborgen in ons met ongekende grenzen en ontdekkingen, en de muziek helpt ons het te benaderen’. Deze uitspraak van Valéry Aubertin over het tweede deel van zijn Sonatine pour les étoiles zou voor zijn gehele oeuvre kunnen gelden. ‘De werken van Dante, Van Gogh en Kandinsky, benevens de romantisch en moderne dichters, hebben mij geïnspireerd. Toch zijn
… deze wegwijzers van weinig nut wanneer we díe eenzaamheid ontmoeten, die ons voortdurend achtervolgt wanneer we ons in vreemde streken begeven’, aldus de componist. Zijn Vincent Van Gogh – les fresques – lamento (uit Le Livre Ouvert op.6) refereert aan maar liefst vier Van Gogh-schilderijen: de Kerk van Auvers-sur-Oise (1890), Nacht met sterren (juni 1889), Pijnbomen tegen een rode lucht met zonsondergang (november 1889) en Korenveld met kraaien (juli 1890). Aubertins muziek mag dan extravagant zijn, toch lijkt ze allerminst op die van Messiaen. Eerder nog doet Aubertins klankwereld denken aan de ‘musique spectrale’; het gecalculeerde impressionisme waarmee componisten als Grisey en Vivier bekend zijn geworden. Maar er zijn ook traditionelere sentimenten: de eerste noten van het Miserere uit Le Livre Ouvert hadden zo van Liszt afkomstig kunnen zijn. Ook de opzet van de door Dante geïnspireerde 4ème Sonate - met een heuse Porte de l’Enfer (‘laat alle hoop varen, gij die hier binnentreedt’) en met de liefdestragiek rond Francesca da Rimini - komt ons bekend voor dankzij de romantiek. (HJ)meer