André Fleury (1903-1995) was in zekere zin de laatste der mohikanen; de langst overlevende van de grote Franse organist-componistentraditie die terugreikt tot het midden van de negentiende eeuw. Zijn faam was wellicht niet zo groot als die van generatiegenoot Jean Langlais (1907-1991), maar dat had ten dele ook te maken met het feit dat Fleury geen aanstelling aan een Parijse kerk had, omdat hij
… om gezondheidsredenen liever in een wat landelijkere omgeving wilde leven. Fleury was ook wat minder actief als componist dan Langlais, maar de paar werken die hij schreef hebben ontegenzeggelijk kwaliteit. De Prélude, cantilène et final vormt een mooi voorbeeld van de Franse orgeltriptiek en bevat naast de bekende quasi-mystieke sfeer ook de spetterende afsluiting die het werk bij orgelliefhebbers wel geliefd moet maken. De Prélude, andante en toccata is qua opzet identiek, maar laat een minder sterke indruk na. Hiernaast klinken op deze cd nog enkele kleinere stukken van Langlais, waaronder de bekende Te Deum-parafrase en de cyclus meditaties voor zondag 'Laetare' van Charles Tournemire (1870-1939). Organist François Lemanissier bespeelt twee instrumenten uit Saint-Lô, gebouwd door respectievelijk Debierre (1893) en Beuchet-Depierre (1968/1987). Merkwaardig aan deze cd is dat verschillende werken over de beide bespeelde instrumenten zijn verdeeld, met de te verwachten discrepanties in klank. (JvG)meer