De Jimmy Hendrix van de tweede helft van de 17e eeuw, zo zou je Biber best kunnen noemen. Zijn virtuositeit op de viool was ongekend, voor zijn tijd en ook voor de onze. Dit combineerde hij met een experimenteerdrift die minstens even opvallend is. Met zijn vioolkunsten zorgde Biber er ook nog eens voor, dat zijn sociale status snel toenam. Na huismusicus voor de bisschop van Olmütz te zijn geweest, werd hij achtereenvolgens werknemer van de aartsbisschop van Salzburg en kapelmeester voor Keizer Leopold I. Biber was een religieus mens, en het is vast geen toeval dat zijn twee dochters (hij had ook nog twee zoons) het klooster in gingen. Biber schreef zowel instrumentale als vocale muziek, met als hoogtepunten respectievelijk de Rozenkrans-sonates en de Missa Salisburgensis. Het eerste werk laat zowel Bibers virtuositeit als compositiekunst en diepgang horen; het tweede werk (met mega-bezetting) toont tot wat voor grootse werken Biber in staat was. (TC)
meer