Gevorderde muziektheoriestudenten kennen de naam van Ludwig Thuille (1861-1907) dankzij diens Harmonielehre, geschreven in samenwerking met Rudolf Louis, zijn collega-docent aan het conservatorium van München. Thuille, die zijn eerste muzikale training kreeg als koorknaap in het fameuze klooster van Kremsmünster, had aan die instelling ook gestudeerd en een gedegen vakkennis opgedaan onder leiding
… van de strenge Joseph Rheinberger. Het op deze cd opgenomen Pianokwintet in g kl.t., dat dateert van 1880, is waarschijnlijk onder diens supervisie ontstaan. Het stuk is echter veel meer dan doorsnee studie-arbeid. Thuille had kennelijk al op jonge leeftijd de gave om gedreven muziek te kunnen schrijven en dit stuk getuigt, met name in de eerste twee delen, van zijn onmiskenbare talent. Veel uitgebreider van opzet is het Pianokwintet op.20, dat Thuille in 1901 voltooide. Met zijn vier delen en speelduur van bijna drie kwartier overvleugelt het werk Thuille's eerste Pianokwintet in ambitie en gedegen uitwerking. Qua idioom biedt het echter weinig nieuws ten opzichte van zijn voorganger. Thuille was trouw aan de conservatieve oriëntatie van zijn leermeester en zijn collega Louis, die onder meer bekend is geworden door de vete die hij uitvocht met Max Reger, wiens 'progressieve' muziek hij verafschuwde. Hoewel Thuille nooit zo openlijk stelling heeft genomen, doet zijn muziek vermoeden dat hij vergelijkbare denkbeelden koesterde. Aldus doet de stijl van dit stuk nauwelijks vermoeden dat het werk in 1901 is ontstaan, maar Thuille's muzikanteske gaven maken dat zijn Pianokwintet niet aan conservatieve beperkingen ten onder gaat. Het Falk Quartet en pianist Tomer Lev houden een welluidend pleidooi voor de muziek van deze onbekende harmoniedocent. (JvG)meer