Men kan van de Amerikanen zeggen wat men wil, maar hun pragmatisme is vaak verfrissend. Zo zijn Amerikaanse seriële componisten opvallend nuchter in hun theorievorming en muzikale toepassing; dit in tegenstelling tot de Europese seriële muziek, die nooit helemaal los is gekomen van haar expressionistische wortels. Milton Babbitt, Allen Forte, George Perle, Charles Wuorinen, Elliott Carter: het
… zijn namen van Amerikaanse muziktheoretici en componisten die de meeste Europese muziekliefhebbers weinig of niets zullen zeggen, maar die desondanks een originele rol hebben gespeeld in het praktisch doordenken van wat Schönberg en de late Stravinksy hadden nagelaten. Moeten we uit deze opsomming concluderen dat de Amerikaanse seriële muziek vooral iets voor een handjevol specialisten? Waarschijnlijk wel, maar toch ook weer niet helemaal. Als u dit soort zaken veel te moeilijk vindt, maar toch wel nieuwsgierig bent naar waar het eigenlijk om gaat, luistert u dan eens naar het prachtige Oboe Quartet dat Elliott Carter schreef voor hoboïst Heinz Holliger. Toegegeven: ook deze muziek is niet eenvoudig toegankelijk. Toch wil ook deze muziek op zijn manier lyrisch en expressief zijn, waarmee het zich plaatst in de beste kamermuziektradities van Mozart, Schumann en Brahms. Behalve nog een aantal werken van Carter spelen Heinz Holliger en de zijnen ook twee kamermuziekwerken van de in 1995 overleden Koreaan Isang Yun: Piri voor hobo solo en het Kwartet voor hobo en strijkers. (HJ)meer