Wanneer het op de aard van zijn late composities aankwam, sprak Morton Feldman graag over ‘landschappen in de tijd’. Tijdens een lezing in Middelburg eind jaren tachtig zei hij daarover: ‘Mijn stukken zijn niet lang, de meeste zijn zelfs te kort. Analytisch gezien zijn mijn stukken misschien lang, maar als je ernaar luistert, lijken ze te horen bij het landschap van tijd dat ik breng.’ Dit
… citaat gaat zeker op voor Feldmans laatst voltooide compositie Piano, Violin, Viola and Cello (1987). In vergelijking met eerdere stukken zoals het Tweede Strijkkwartet (1983) en For Philip Guston (1984), die beide meer dan drie uur duren, is dit atypische pianokwartet van bijna tachtig minuten een relatief kort werk. In dit stuk kwam Feldman tot een laatste verfijning van zijn componeermethode, die het midden houdt tussen herhaling en variatie. Het is muziek zonder contrasten; er zijn geen climaxen, geen melodieën en geen polyfonie. Bovendien speelt alles zich af binnen een relatief klein toonbereik. Maar juist binnen deze begrenzingen roept Feldmans muziek een enorm gevoel van sereniteit en tijdloosheid op. ‘Feldmans stukken beginnen niet echt en eindigen niet’, aldus een treffende karakterisering van pianist Steffen Schleiermacher in het cd-boekje. ‘In plaats daarvan verschijnen ze kortstondig uit de eeuwigheid [...] om terug te keren naar de stilte waaruit ze vandaan kwamen.’ (JWvR)meer