De muziek na de val van de Berlijnse muur is een terugkerend thema in de muziekjournalistiek, er is zelfs een boek aan gewijd (Music after the fall). De studies laten zien dat niet alleen de regionale grenzen, maar ook de grenzen tussen pop, jazz, klassiek en volksmuziek vervagen. Diverse componisten uit de Sovjet-Unie en de satellietstaten werden bekende namen:
Pärt, Goebaidulina,
Schnittke,
… Kancheli… De carrière van de Armeen Tigran Mansurian (overigens geboren in Beiroet) lijkt wel wat op die van de Est Arvo Pärt. Ook Mansurian zette zich af tegen het socialistische realisme door zich te oriënteren op de Europese avant-garde en op Stravinski en Bartók. Ook bij Mansurian lijkt zich een spirituele crisis af te tekenen, waarna heroriëntatie volgde op de eigen volks- en kerkmuziek. Bij Pärt tekende zich dit af in scherp afgebakende stijlperiodes. Bij Mansurian lijken die fasen wat meer door elkaar te lopen. Zoals in de Sonata Da Chiesa. De titel sluit aan bij de Westerse barok van Corelli en navolgers. Tegelijkertijd is het werk opgedragen aan de bekende Armeense priester, componist en etnomusicoloog Komitas. Pärt drukte zich vooral vocaal uit. Bij Mansurian is wellicht de kamermuziek het belangrijkste medium. Zoals op deze ECM uitgave, die vaak fluisterend en spaarzaam balanceert op de grens van de stilte. (HJ)meer