Zonder twijfel is Joseph Jongen (1873-1953) de belangrijkste Waalse componist van de eerste helft van de twintigste eeuw geweest. Hij werd geboren in Luik en studeerde piano, orgel en compositie aan het conservatorium aldaar. Zijn studie werd in 1897 afgesloten met het behalen van de prestigieuze Prix de Rome, die hem werd uitgereikt voor zijn ambitieus aangelegde cantate Comala. Dat de jury bij
… die gelegenheid nauwelijks nog twijfels had over Jongens capaciteiten kwam mede omdat zij zich al eerder over zijn werk had gebogen. In 1894 had Jongen een aantrekkelijk geldbedrag gewonnen met zijn Strijkkwartet nr.1, op.3, het werk waarmee het Quatuor Gong deze cd opent. Het vierdelige werk van bijna drie kwartier is qua opzet georiĆ«nteerd op de cyclische structuur die Luiks beroemdste muzikale zoon, Franck, in zijn latere werk tot model had verheven. Qua idioom is Jongens band met de late Franck minder sterk, de thematiek doet vaak eerder aan Schumann denken en de uitgebreide uitwerking van met name het slotdeel, het langste van de vier, heeft ook weinig met een Franckiaanse opzet van doen - Franck legde het zwaartepunt over het algemeen op het eerste deel en hield zijn finales relatief beknopt. Met zijn speelduur van een half uur is het Strijkkwartet nr.2, op.50 uit 1916 een evenwichtiger werkstuk. Het harmonisch palet is hier ontegenzeggelijk rijker en sluit zich makkelijker aan bij de uitwerking van de thematiek, waardoor het geheel een beter samengaan van vorm en inhoud etaleert dan Jongens eerste kwartet. Voor beide stukken geldt echter dat Jongens beheersing van het vak boven iedere twijfel is verheven en daarom zijn deze minder bekende kwartetten de aandacht van iedere kamermuziekliefhebber waard. (JvG)meer