Wie een boek van prominente Oostenrijkse auteurs als Elfriede Jelinek of Thomas Bernhard openslaat, treft al snel tirades tegen het rabiate conservatisme dat volgens hen het geestelijk leven in Oostenrijk volkomen verstikt. Op het eerste gezicht vormt dat beeld van een diep reactionair karakter een schril contrast met de vele revolutionaire muzikale vernieuwers die het land heeft voortgebracht.
Die tegenstelling berust echter op schijn, want het merendeel der Oostenrijkse componisten van de negentiende en twintigste eeuw hield zich verre van muzikaal avant-gardisme. Die behoudende instelling heeft ertoe geleid dat ze zijn gemarginaliseerd in de muziekgeschiedschrijving, die zich immers concentreert op de baanbrekende vernieuwers. Zodoende wordt in de muziekgeschiedenis nauwelijks aandacht besteed aan Gottfried von Einem (1918-1996), die bij uitstek zo'n behoudende Oostenrijkse componist is. Dat blijkt bij het beluisteren van zijn strijkkwartetten, die, verdeeld, over twee cd's (chx1945, chx 1948), zijn opgenomen door het Artis Quartett. Von Einem is pas laat begonnen met het schrijven van kwartetten: het Kwartet nr. 1, op.45 werd voltooid in 1976. Daarna ging het echter snel: het tweede volgde in 1977, het derde in 1980, het vierde in 1981 en het vijfde in 1991. De eerste vier kwartetten hebben drie of vier delen en nemen elk ongeveer 20 à 25 minuten in beslag. De traditionele aanleg wordt weerspiegeld in het idioom, dat zeer gematigd modern is, en soms aan de laatromantiek van Korngold doet denken, om op andere momenten herinneringen op te roepen aan de late Hindemith of Sjostakovitsj. Een enkele maal klinken ook duidelijker reminiscenties aan vroegere voorbeelden, zoals in het Alla marcia van het Kwartet nr.4 op.63, waarvoor zowel Joseph Strauss als Mahler model lijken te hebben gestaan. Qua opzet onderscheidt alleen het Kwartet nr.5 op.87 zich met zijn zesdelige vorm, die is opgebouwd uit vrije korte delen. Von Einem toont zich in zijn kwartetten een vakman par excellence; hij verwerkt zijn ideeën systematisch en dat maakt dat zijn muziek steeds niveau behoudt en van alle wisselvalligheid vrij is. Bovenal is bij Von Einem het strijkkwartet nog de ultieme vorm van de emotionele introspectie, het innerlijk beschouwen van muziek waarbij gevoel en intellect hand in hand gaan. Er is muziek waarbij het er eigenlijk weinig toe doet of zij conservatief of modern is, en daartoe behoren ook Von Einems kwartetten. Ook al voegen zij weinig aan de traditie van het kwartet toe, zij bieden zonder twijfel het beste van diezelfde traditie. Aangezien de uitvoering van het Artis-Quartett van voorbeeldige kwaliteit is, kunnen deze cd's de kamermuziekliefhebber van harte worden aanbevolen. (JvG)meer