De Hongaarse componist Miklós Rózsa (1907-1995) is voornamelijk bekend geworden om zijn filmmuziek. Hij studeerde compositie in Leipzig, waar hij in 1929 zijn diploma behaalde. Enkele jaren later trok hij naar Parijs, waar hij met Honegger in contact kwam. Dankzij hem leerde Rózsa de wereld van de filmmuziek kennen. In 1936 in Londen aangekomen, kreeg hij zijn eerste aanbod om een filmpartituur
… te schrijven. Rózsa kweet zich zo goed van zijn taak, dat hij kort daarna naar Hollywood werd genodigd. Daar schreef hij de muziek bij welbekende klassiekers als Ben Hur en Quo vadis. Voor Rózsa was dit echter maar de helft van zijn muzikale activiteiten, want hij bleef ook componeren in de 'traditionele' genres. In zijn autobiografie schreef hij dan ook dat hij als het ware een muzikaal dubbelleven had geleid: een openbaar als filmcomponist, en een privé als schrijver van zelfstandige 'kunst'-muziek. De hier door het Flesch Quartet opgenomen strijkkwartetten zijn de getuigenissen van laatstgenoemde kant van dit dubbelleven. Beide stukken hebben de gebruikelijke vier delen en een speelduur van ruim twintig minuten. Eveneens delen zij een scherzo-deel dat 'in modo ungarese' is geschreven; een verwijzing naar Rózsa's vaderland. Over het geheel genomen doen de stukken wel enigszins aan Bartoks kwartetten denken, al zijn ze traditioneler van aanleg. Ter aanvulling klinkt de Sonate voor twee violen op.15a; deze in twintigste-eeuwse muziek zelden gekozen bezetting keek Rózsa wellicht eveneens van Bartok af. (JvG)_meer