Georg Friedrich Händel was niet de enige buitenlander die een belangrijke rol speelde in het Britse muziekleven van de achttiende eeuw. Ook Francesco Geminiani, zijn Italiaanse generatiegenoot, was een prominent componist in Engeland. Hoewel zijn op Italiaanse leest geschoeide concerti grossi en vioolconcerten het grootste deel van zijn oeuvre vormen, zijn zijn zes cellosonates, op. 5 (1746) minstens
… zo belangrijk. Zette Bach de relatief nieuwe cello met zijn solosuites in de spotlight, Geminiani op zijn beurt schreef meesterlijke ensemblesonates met de cello in de hoofdrol. Opmerkelijk is dat de invloed van Corelli in deze stukken naar de achtergrond verdwijnt ten gunste van een meer eigen stijl. Geminiani’s cellosonates grossieren in onvoorspelbaarheid en asymmetrische passages vol improvisatorische flair. Ook emancipeerde Geminiani de cello als solo-instrument in de basso continuogroep. In zijn theoretische werk The Art of Playing the Guitar or Cittra geeft hij daarvan indrukwekkende voorbeelden. Cellist Octavie Dostaler-Lalonde presenteert op dit album een selectie uit Geminiani’s cellosonates en zijn muziektractaat. Vooral de handvol continuospelers vallen in deze opname op. Omwille van de klankkleur en de textuur spelen ze telkens in wisselende combinaties. ‘Bijna zoals in jazz krijgt elk instrument zijn moment om op de voorgrond te treden”, aldus Octavie Dostaler-Lalonde. (JWvR)meer