Henriëtte Bosmans wordt beschouwd als een van de belangrijkste vrouwelijke Nederlandse componisten van de twintigste eeuw. Haar muzikale talent erfde ze van haar ouders, de beroemde cellist Henri Bosmans en concertpianiste Sara Benedicts. Helaas stierf Henriëttes vader acht maanden na haar geboorte aan tuberculose. Noodgedwongen werd Benedicts hoofdlerares aan het Amsterdams Conservatorium en de Muziekschool van Toonkunst. Zij leerde haar dochter pianospelen. Henriëttes passies werden optreden en componeren; doceren boeide haar niet. Biseksuele liefdesrelaties met musici inspireerden haar tot het componeren van muziek voor hen. Gedurende haar open relatie met celliste Frieda Belinfante componeerde ze ondermeer de Poème, een cellosonate en een celloconcert. Een vioolconcert was bedoeld voor haar verloofde, violist Francis Koene; helaas stierf hij binnen korte tijd aan een hersentumor. Haar beroemdste stuk is het sprankelende en lyrische Concertino voor piano en orkest (1928), gecreëerd in de periode dat ze compositielessen volgde bij Willem Pijper. Na de tweede wereldoorlog componeerde ze vooral Franstalige liederen, geïnspireerd en uitgevoerd door de Franse zangeres Noëmie Perugia. Criticus Matthijs Vermeulen bewonderde haar talent voor het schrijven van liederen en hoopte dat ze ooit een opera zou componeren. Zover kwam het niet; ze overleed aan maagkanker op zesenvijftigjarige leeftijd. (SvdP)
meer