Tot de ideale muziek voor het onbewoonde eiland behoren de zes suites voor cello solo van Bach. De grote Rostropovich schreef over deze muziek: 'Niets in deze wereld is mij meer dierbaar dan deze suites, waarin je altijd weer wat nieuws ontdekt.' Een halve eeuw later was het vooral Boccherini die het cellorepertoire heeft verrijkt. Beethoven schreef niet veel cellosonates, maar ze vormen niettemin een prachtige afspiegeling van zijn veelbesproken 'drie periodes'. Zo werd de krachtige Derde Sonate in dezelfde periode geschreven als Beethovens Vijfde Symfonie. Ook de romantische celloliteratuur munt meer uit in kwaliteit dan in kwantiteit (Chopin, Schubert, Schumann, Brahms, Franck, Rachmaninov). In zijn monumentale Kwintet voor strijkers (behoort formeel niet tot deze rubriek) verdubbelde Schubert niet de altviool, maar de cello.
meer