Mieckzyslaw Weinberg had een bewogen leven, die getekend werd door zowel nazi-Duitsland als communistisch Rusland. Muzikaal bewoog Weinberg zich in de schaduw van zijn mentor Sjostakovitsj. Aan die schaduw lijkt Weinbergs muziek zich nu toch wel te ontworstelen. Denk aan het veelgeroemde debuut van dirigent
Mirga Gražinytė-Tyla voor
Deutsche Grammophon, met o.a. Weinbergs Symfonie nr.21 (Kaddish).
Er was tenminste een terrein waar Weinberg niet schatplichtig was aan Sjostakovitsj. En dat was in het genre van de kamermuziek voor soloinstrument. Weinbergs oeuvrelijst telt meerdere solistische sonates, namelijk voor cello, viool, altviool en zelfs een voor contrabas. Hier klinken de vier sonates voor altviool, gespeeld door Viacheslav Dinerchtein. ‘Iedere maat van Viacheslav Dinerchteins meesterlijke interpretatie is vervuld van een onmiskenbare toewijding aan een genie dat onze erkenning verdient’, aldus de aanbeveling van niemand minder dan Gidon Kremer. (HJ)meer