Gaetano Donizetti werd in 1797 geboren in een donkere kelder in Bergamo. Het gezin met zes kinderen was arm, maar Donizetti had het geluk gratis muziekonderwijs te kunnen volgen op de school van operacomponist Simone Mayr. Mayr erkende Donizetti's talent, gaf hem compositielessen en zorgde ervoor dat hij zijn studie in Bologna kon vervolgen. Ook hielp hij hem aan zijn eerste operaopdracht. Donizetti werkte keihard en componeerde jarenlang zo'n vier opera's per jaar. Een groot deel van zijn carrière werkte hij in Napels, wat wel als verklaring gegeven wordt waarom hij in artistiek opzicht relatief conventioneel bleef. Het operapubliek in Napels had een conservatieve smaak en de censuur was er uitzonderlijk streng: geen grof geweld of 'onfatsoenlijke' romantische relaties op het podium. Als Donizetti echter uitgedaagd werd door een uitzonderlijk libretto, kon hij wel degelijk conventies doorbreken. Hij had het talent om razendsnel te kunnen componeren en schreef in totaal zo'n tachtig opera's in zowel het serieuze als het komische genre. L'Elisir d'Amore en Don Pasquale zijn nog steeds populair dankzij de vrolijke en levenslustige muziek, de opzwepende ritmiek en tedere melodieën. Van zijn serieuze opera's is Lucia di Lammermoor met de beroemde waanzinaria favoriet. Donizetti stierf in 1848 in Bergamo na maandenlang te zijn opgenomen in een inrichting in Parijs, dement en verlamd door de gevolgen van syfilis. Een triest einde van een componist die bij zijn collega's bekend stond als een warme en sympathieke persoonlijkheid. (CP)
Busoni was een man met vele gezichten. Geboren in Toscane uit een Duitse moeder en Italiaanse vader, vestigde hij zich na diverse omzwervingen via Leipzig, Helsinki en Moskou uiteindelijk in Berlijn. Daar profileerde hij zich als componist, maar werd vooral beroemd als fenomenaal pianist. Ook zijn muziek bevat verschillende discrepanties. Enerzijds blikte Busoni terug op de voorbije romantiek met als culminatiepunt het reusachtige pianoconcert met mannenkoor, opus 39 (1904). Anderzijds had hij een wijdopen oog naar de toekomst en vond dat de muziek bevrijd moest worden van de knellende ketens van achterhaalde ideeën. Busoni schetste zijn beeld van een nieuwe muziek in het toentertijd veelgelezen werkje: ‘Entwurf einer neuen Ästhetik der Tonkunst’ (1907). Aan dit concept droeg hij zelf bij met de zes Sonatines voor piano (1910-1920). In zijn onvoltooide opera Dokter Faust (1924) vloeien alle contradicties samen, waarbij het hoofdpersonage een curieuze mengelmoes is van schijnbaar onverenigbare elementen, net als Busoni zelf. (JWvR)
Voor de een was hij een collaborateur, voor de ander het artistieke geweten tijdens de stalinistische terreur: ondanks zijn traditionele en makkelijk in het gehoor liggende stijl weten we nog steeds niet wie hij eigenlijk was. In 1936 kwam Sjostakovitsj in conflict met Stalin zelve vanwege de al te gewaagde opera Lady Macbeth van Mtsensk. Noodgedwongen besloot de componist zich te conformeren aan het regime: zijn Vijfde Symfonie van het jaar daarop droeg als ondertitel: 'De reactie van een Sovjetartiest op gerechtvaardige kritiek'. Om de arbeider cultureel te verheffen ontwikkelde Sjostakovitsj een eenvoudige stijl; tegelijkertijd wist hij met dit toegankelijke materiaal enorm geladen spanningsbogen te creëren. Ogenschijnlijk voegde de componist zich dus naar de wensen van de macht, maar tegelijkertijd is er maar weinig muziek die het lijden van het Russische volk op zo'n indringende wijze heeft weten te peilen. (HJ)