Het Concerto Grosso is een 18e eeuwse concertvorm, waarbij een klein groepje instrumentalisten (concertino) al concerterend wordt uitgespeeld tegen de rest van het orkest (ripieno of concerto grosso). Belangrijk waren de Concerti Grossi op.6 van Corelli, die in 1714 in Amsterdam zijn gepubliceerd. Ook de Concerti Grossi op.6 van Handel behoren tot de hoogtepunten van het genre. Om maar niet te spreken van de schitterende Brandenburgse Concerten van Bach. Veel klassieke orkestmuziek is gestileerde dansmuziek. Denk bij voorbeeld aan Bachs Tweede Suite voor orkest, waarin de Ouverture gevolgd wordt door: Rondeau, Sarabande, Bourrée I & II, Polonaise, Menuet en de alom bekende Badinerie. In de 18e eeuw klonk de Serenade vaak ’s avonds in de openlucht. In de handen van de romantici – Brahms, Dvorak, Tsjaikovski – ontwikkelde de Serenade zich tot volwaardige concertmuziek.
meer